
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 39
1
Indien Onze Minister voornemens is de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning of het verlengen van de geldigheidsduur ervan af te wijzen, dan wordt de vreemdeling hiervan, onder opgave van redenen, schriftelijk mededeling gedaan. De mededeling kan eveneens betrekking hebben op het voornemen om niet ambtshalve een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 te verlenen. Het schriftelijke voornemen wordt aan de vreemdeling meegedeeld door uitreiking of toezending ervan. De op de aanvraag betrekking hebbende stukken worden bij de schriftelijke mededeling gevoegd, voor zover de vreemdeling geen kennis kan hebben van de inhoud van deze stukken.
2
De vreemdeling brengt zijn zienswijze, in afwijking van artikel 4:9 van de Algemene wet bestuursrecht, schriftelijk naar voren binnen de door Onze Minister bepaalde redelijke termijn.
3
Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 37, worden regels gesteld omtrent de termijn, bedoeld in het tweede lid, alsmede de toepassing van de voorgaande leden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AF9775, Eerste aanleg - enkelvoudig, AWB 02/7911
Rechtsoort
Vreemdelingen
Datum uitspraak
21-05-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-GravenhageVoornemenprocedure / zienswijze. Verweerder is hangende de termijn voor het indienen van de zienswijze overgegaan tot het nemen van de thans bestreden beschikking van 9 januari 2002. Eiser heeft op 10 januari 2002 zijn zienswijze ingediend. De rechtbank stelt vast dat eiser in zijn zienswijze tijdig en gemotiveerd is ingegaan op de standpunten van verweerder...